Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Visbek-verbinding   bij planken

Bij planken zie je normaal niet hoe ze met elkaar verbonden zijn. Haal je ze los, dan zul je tegenwoordig meestal een messing en groef vinden: een smal uitstekend deel over de hele lengte van de ene plank en een bijpassende, dus rechthoekige groef in de andere. Ouder is de methode, waarbij beide planken een groef hadden en een losse veer beide verbond. Iedere plank had dus twee gelijke zijkanten. Nog simpeler is de halfhouts verbinding, waarbij je de planken dus met een smal randje overlappend op elkaar legt.
Alleen bij eikenhout dat min of meer staand is toegepast, vind je als langsverbinding de 'visbek-verbinding', waarbij, net als nu, iedere plank aan de ene kant een uitstekend deel heeft en een groef aan de andere. De naam is afgeleid van de groef: die is V-vormig in doorsnede en ziet er van opzij uit als de opengesperde bek van een vis. De scherpe kanten zijn kwetsbaar. Daarom vind je dit niet toegepast bij vloerplanken, die immers bij belasting doorbuigen.
Deze visbekverbinding is meestal tussen rechtopstaande planken te vinden. Een variant is de 'bossing en visbekgroef'. Deze komt voor bij eiken dakbeschot, waarop leien zijn gespijkerd. Omdat de naden hierbij horizontaal lopen, wordt in de naar beneden geopende visbekgroef een naar buiten afwaterende bossing geschoven.

Tekst: Jean Penders (06-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Edwin Orsel